Ilse Philips

ravensbrück

Lucinda Ra & Stefanie Claes/het TheaterFestival
2024-2025
za 14 sep - zo 15 sep
14 sep 24
-
15 sep 24

Aline Vervoort, de grootmoeder van Stefanie Claes, wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog samen met haar ouders opgepakt in haar huis in Winksele. Een jaar lang verblijft ze in het Duitse vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück. Ze overleeft die donkere maanden vol koude, honger en mishandeling, maar haar leven is voor altijd getekend door de gruwelijke oorlogsgebeurtenissen. Niets is ooit nog hetzelfde. 

Als kind droomt Stefanie soms dat soldaten haar straat binnenvallen en dat ze moet vluchten. Maar het is pas op haar 16de dat ze echt beseft welk drama er zich in haar familie heeft afgespeeld en dat ze daarover gesprekken is beginnen voeren met haar grootmoeder en moeder. Gaandeweg wordt het duidelijk dat het oorlogsverleden van haar familie overal tussen, in, op en onder zit. 

Met de voorstelling Mia Kermis ontwikkelde Stefanie haar bijzondere theatertaal: klein, ambachtelijk, persoonlijk en beeldend. Deze manier van vertellen zet zich verder om het verhaal van Aline Vervoort, en de echo doorheen de generaties, te theatraliseren. Als inspiratiebron voor ravensbrück baseert Stefanie zich - naast documentaires, historische naslagwerken en interviews met trauma-experten - op gesprekken met haar (groot)moeder en flarden uit persoonlijke brieven. 

ravensbrück is een woordloze en beeldende voorstelling voor volwassenen en (hun) kinderen vanaf 10 jaar, voor een beperkt publiek. Meer dan over de letterlijke betekenis van een oorlogstrauma, gaat ravensbrück over hoe bepaalde gebeurtenissen een levenslang effect hebben in en op je leven. Drie generaties vrouwen staan centraal, want iedereen is een kind van iemand.

 

voorstelling i.h.k.v.  

Ook in het woordloze ravensbrück drukt ze zich uit door te tekenen, te schilderen, en - net zo belangrijk - te knippen, te snijden, weg te gommen, uit te wissen, op te lichten. Ze handelt zorgzaam en discreet, met een precisie die zowel grote betrokkenheid als meesterschap verraadt.

De Morgen

meer weten?

download de brochure bij de voorstelling

lees het juryrapport

Al meer dan vijftien jaar knutselt Stefanie Claes aan haar weg als maker. En dat knutselen mag je behoorlijke letterlijk nemen: hoogst eigenzinnig houdt ze de art brut in het land met haar theatrale poëzie van wol, karton, houten takken en textiel. Ravensbrück toont hoezeer ze eigenlijk nog steeds werkt in de sfeer van haar afstudeerwerk aan het RITCS, maar ook hoeveel verfijnder het intussen is geworden, zowel inhoudelijk als vormelijk.


In deze solo graaft Claes terug in haar eigen familiegeschiedenis aan moederskant, toen haar oma tijdens de oorlog maandenlang opgesloten zat in het Duitse concentratiekamp Ravensbrück. Het bijzondere aan die hele vertelling: er valt niet één woord. Met grote vellen wit papier, een schaar, wat kwasten en een klassieke overheadprojector schetst en animeert Claes de hardnekkige impressies die zijn blijven hangen: de honden, de rijdende trein, de haveloze mensen, de maan. 


Gek hoe vlot je die visuele vertelling kan volgen, terwijl er toch zoveel ruimte rest voor je eigen beeldverhaal. Spontaan vangt Ravensbrück het lot van ook zoveel andere mensen op de vlucht. Als vlekken en lijnen op papier blijven het anonieme zielen, waar toch zoveel menselijkheid uit spreekt. Tegelijk trekt Claes haar beeldverhaal door tot vandaag, als een traumatische lijn doorheen de tijd en de generaties. Dat maakt er een prachtige ode van aan moeders en dochters, aan hun eeuwige onmogelijke poging om bescherming te bieden aan het leven dat ze baren, tegen de pijn die ze zelf hebben ervaren. Diezelfde meticuleuze zorg spreekt uit de voorstelling zelf, uit elke precieze scheppingsdaad die Claes stelt tegenover haar materiaal, tot en met de sound die ze er zelf onder legt. 


De jury koestert Ravensbrück dan ook unaniem als hét kwetsbare kleinood van de selectie. In zijn visualiteit en eigenzinnigheid toont het zich net bijzonder groot. Het communiceert ook naar iedereen, ongeacht leeftijd, taal en levensverhaal. Zo poëtisch én ongepolijst, op de grens van animatiefilm én beeldende kunst, mag theater vaker zijn.